- 29 januari 2020
- Posted by: Clément
- Categories: Blog, Blog
Sinds enkele maanden versterkt en verscherpt de belastingdienst de controles op de gedeeltelijke vrijstelling van de betaling van bedrijfsvoorheffing voor onderzoekers. Wat moet je weten over de huidige campagne? Wat zijn de eisen en verwachtingen van de belastinginspecteurs? Gilbert Mizero, expert in innovatiefinanciering bij Fiabilis Consulting Group, heeft verschillende van zijn klanten begeleid tijdens inspecties. Hij verklaart zijn ervaringen.
Wat kunt u ons vertellen over de campagne van de FOD Financiën?
Het is een feit: gezien de toename van de controles is de gedeeltelijke vrijstelling van bedrijfsvoorheffing voor onderzoekers één van de prioritaire doelstellingen van de belastingdienst. Het blijkt dat de gemobiliseerde inspecteurs beter zijn opgeleid en zeer aandachtig zijn wat betreft de naleving van de formele regels. Sommige van hen neigen ook naar een strikte en letterlijke interpretatie van wetteksten. In deze context kunnen we de bedrijven die van de vrijstelling profiteren alleen maar uitnodigen om ervoor te zorgen dat hun schriftelijke gebruiken en gewoontes goed aansluiten aan de wettelijke grondregels van de maatregel.
Wat zijn de belangrijkste punten die door de inspecteurs worden aangehaald of besproken?
Er wordt bijzondere aandacht besteed aan twee elementen die voortaan systematisch worden onderzocht: enerzijds het bewijs van de arbeidstijd die aan het onderzoek wordt besteed en anderzijds de conformiteit van de informatie die op het elektronisch platform van Belspo wordt geregistreerd.
Laten we beginnen bij het eerste punt : de tijd besteed aan het onderzoek. Hoe kan je die op de meest correcte manier vaststellen?
Het meest voorkomende bewijs van de gewerkte tijd zijn de door de onderzoekers ingevulde urenschema’s. Maar dat is niet het enige. Elk bewijs is toelaatbaar zolang het maar gestructureerd is en de tijd nauwkeurig opgeschreven is die daadwerkelijk aan het project werd besteed.
Wat moet ik weten over de melding van projecten op de Belspo-site?
De elektronische kennisgeving is één van de wettelijke voorwaarden voor de toepassing van de vrijstelling. Het moet daarom volledig en actueel zijn, want één enkel leeg of foutief veld zal het vrijstellingsverzoek waarschijnlijk ongeldig maken. Het is ten sterkste aanbevolen om alle informatie over het onderzoeksproject of -programma tenminste jaarlijks te actualiseren. Er moet worden gezorgd voor een begin- en einddatum voor elk project of programma, ook voor die projecten of programma’s – en het is belangrijk om dit te onthouden! – waarvoor geen specifieke einddatum is vastgesteld. Het vergeten van deze informatie zou het bedrijf in gevaar kunnen brengen.
Heeft de inspecteur het recht om andere documenten op te vragen? Indien ja, welke?
Naast de reeds besproken urenschema’s moet de onderneming ook het volgende kunnen voorleggen: haar organigram, kopieën van de diploma’s van de bij de onderzoeksprojecten of -programma’s betrokken onderzoekers, de arbeidsovereenkomst van de onderzoekers, hun eventuele ingangs- en uitgangsdata, het voortgangs- (of afsluitings)verslag van het project, de individuele jaarrekeningen, de aangifte van de bedrijfsvoorheffing, de details van de berekening van de vrijstelling en de lijst van de subsidies waarvan zij zou profiteren.
Wat kan er op D-Day worden gedaan om de samenwerking met de inspecteur te vergemakkelijken?
Indien mogelijk is het aangewezen om het moment van de inspectie goed voor te bereiden. Neem de tijd om de gevraagde documenten te verzamelen en na te kijken. Zijn ze volledig en in overeenstemming met de wet op de vrijstelling van bedrijfsvoorheffing voor onderzoekers? Indien dit niet het geval is, welke stappen denkt u te ondernemen om de situatie te corrigeren, zowel onmiddellijk als op lange termijn? Een coherente en adequate beantwoordingsstrategie zal de gegrondheid van uw vrijstellingsaanvraag versterken, zelfs indien deze enkele kleine zwakheden vertoont. Tot slot is de aanwezigheid van een deskundige vaak bevorderlijk voor een constructieve en serene dialoog met de belastingdienst. Deze uitwisseling van gelijken versterkt de inspecteur in het idee dat het bedrijf de wettelijke voorschriften respecteert.